Aan het einde van de ochtend merkte ik dat mijn energie op was en dat ik moest rusten. Toen ik daarom aankondigde dat ik weer naar huis wilde gaan, liet Ismanto tot mijn grote blijdschap mijn fiets brengen. Inmiddels meer dan vier jaar geleden had ik de fiets vanuit Nederland geëxporteerd naar Indonesië en sinds het afscheid destijds van de familie (zie https://tim.dondorp.nl/afscheid-van-de-familie-4) staat de fiets bij Ismanto thuis op mijn terugkeer te wachten. De fiets was tussendoor wel gebruikt. Waarschijnlijk door een jonger kind want toen ik wegfietste bleek het zadel zo laag te zitten dat mijn knieën boven het stuur uitkwamen. Gelukkig was ik hierop voorbereid: terug in mijn hotel dook ik in de kast om tussen mijn bagage en alle muggen door die ene inbussleutel die ik had meegenomen op te vissen. Laat nou net deze ene inbussleutel passen op de stelschroef van het fietszadel. Na het zadel maximaal te hebben verhoogd, was ik de koning te rijk! Mijn vermoeidheid was als sneeuw voor de zon verdwenen en ik besloot op mij oude vertrouwde fiets eens flink op verkenningstocht te gaan in de kampong. De kampong bleek veel groter dan ik ooit kon vermoeden. Hoewel de huizen veel minder luxe zijn dan in Nederland en het straatbeeld veel armoediger, ongeorganiseerder en rommeliger oogt doordat mensen veel dichter op elkaar wonen, begrijp ik wel dat mensen hier gelukkig kunnen zijn. Het leven hier is als leven in één groot gigantisch uitgestrekt doehetzelfkamp/ kindertimmerdorp voor volwassenen en dan niet voor één (kamp)week, maar voor een heel leven lang… De vreugde was naar mijn idee van veel te korte duur: ik kwam mijzelf keihard op die fiets tegen. Fietste ik vier jaar geleden nog moeiteloos vele uren tientallen kilometers achterelkaar, nu was ik na nog geen halfuur fietsen helemaal buiten adem. Ook kreeg ik geen overzicht meer in het bijzonder druk en ronduit gevaarlijke verkeer (zie https://tim.dondorp.nl/radjimans-graf/). Teleurgesteld moest ik daarom wel vaststellen dat het nu eigenlijk te gevaarlijk was om door het drukke verkeer in Godong te fietsen (zeker buiten de beschermde omgeving van de kampong) en dat er nu een hele andere versie van mij in Indonesië is, dan vier jaar geleden. Destijds had ik nog geen corona gehad, nog niet op een IC gelegen, was ik cognitief gezond zodat ik hier veel meer durfde te ondernemen en had ik (zover mij althans bekend) nog geen diabetes. Diabetes is in Indonesië een groot probleem: Indonesië is het vijfde land ter wereld met de meeste diabetes patiënten. In totaal 20 miljoen van de 180 miljoen inwoners hebben diabetes wat dus neerkomt op een prevalentie van 11 procent. Tot die 11 procent hoort ook een groot deel van mijn biologische familie. Bapak Radjiman, Ibu Maryati, verscheidene broers en zussen hadden/ hebben het en ik zelf dus ook. In Nederland heb ik mijn bloedsuikers aardig tot goed onder controle door consequente voeding. Zolang ik mij aan het door mijzelf samengestelde voedingspatroon houd weet ik inmiddels wel wat, wanneer en hoe mijn bloedsuikers veranderen en zich t.o.v. het één en ander verhouden. In Indonesië is dat echter een heel ander verhaal. Ik ging naar Indonesië met het voornemen om geen, dan wel zo weinig mogelijk, rijst te eten. Rijst, en dan met name de witte rijst die hier in Indonesië verreweg het meest wordt gegeten omdat deze het goedkoopste is, heeft immers heel veel koolhydraten en weinig tot geen vezels waardoor de glycemische index (GI) hoog is. Technisch verhaal, dat er kortgezegd op neer komt dat rijst eten met diabetes niet verstandig is. Geen of weinig rijst of zelfs alleen maar verantwoordelijk voedsel eten in Indonesië, blijkt in Indonesië echter onmogelijk te zijn. Zeker als je familie je op elk moment van de dag ongevraagd eten en drinken met zeer veel calorieën en/ of zeer veel suiker (soms twee overvolle eetlepels suiker in een glas thee) aanbiedt. Ik had gedacht dat mijn familie meer rekening zou houden met diabetes, al was het alleen al omdat het merendeel van mijn familie zelf ook diabetes heeft. Niets bleek minder waar. Dat is ook precies het probleem in Indonesië in algemene zin. Diabetici leven niet naar de ziekte en weten niet wat de (uiteindelijke) consequenties daarvan kunnen zijn. Zelfs niet als ze er van getuigen zijn hoe diabetes het leven van directe naasten beinvloed of uiteindelijk zelfs beëindigd heeft (zoals bij Bapak Radjiman en Ibu Maryati). Naast gebrek aan kennis en bewustwording, hebben velen ook niet de economische mogelijkheden om hun leven op diabetes aan te passen. Diabetes behandelen kost namelijk geld: structureel moeten er medicijnen, insulinemeters en/ of duurdere etenswaren worden gekocht. Dit (extra) geld is voor veel Indonesiërs (bijna de helft van de totale bevolking moet van minder dan twee euro per dag leven) niet beschikbaar. Mocht het geld wel beschikbaar zijn, dan betekent dit in Indonesië dat je door het betalen van structurele behandelingen minder productief zult zijn voor je familie en dat de kans dat je daarmee je familie eerder tot last zult zijn zal worden vergroot. Zolang men niets voelt of ziet denkt men dat diabetespreventie of -behandeling niet belangrijk is, maar op het moment dat hier verandering in komt is het meestal al te laat. Diabetes wordt dan ook als de nummer één sluipmoordenaar gezien in Indonesië. Hoewel bij een groot gedeelte van mijn familie diabetes is gediagnostiseerd, heeft ook bij mijn familie niemand (!) zijn of haar levensstijl hierop aangepast en worden suikerbloedwaarden zeer weinig of zelfs nooit (!) gemeten laat staan dat daarop geanticipeerd wordt. Morgen (zaterdag) wordt een ‘echte’ familiedag: veel familie komt naar Godong. Ik zie dan ook echt naar morgen uit. Normaliter houd ik helemaal niet van interessant doen-e-rij, maar voordat ik in slaap viel besloot ik morgen een paar keer op de dag openlijk interessant te doen door mijn bloedsuikers in het bijzijn van familie te gaan meten. Wellicht dat het een (betere) bewustwording van diabetes in gang kan zetten. Tim Dondorp
Geplaatst door Godong Indonesie op Zondag 5 februari 2023