Ismanto

Vandaag is het zaterdag. Naar Nederlandse begrippen betekent dat weekend, maar hoewel veel kantoren hier zaterdag inderdaad gesloten zijn, hanteren de meeste Indonesiërs een zesdaagse werkweek. Normaliter werkt mijn familie dus ook op zaterdag, maar voor de gelegenheid hadden veel familieleden vandaag vrij gehouden om gewoon gezellig met zijn allen bij elkaar te liggen, lopen, dan wel zitten niks te doen. Dit gebeurt dat min of meer ‘in processie’. De familie verzamelt zich eerst bij het huis van zus Rina. Er wordt gegeten, gedronken, gelachen en gepraat waarna het hele verhaal zich achtereenvolgens herhaalt in het huis van zus Arti (waar nu dus zus Nuryati verblijft), het huis van Ismanto en tenslotte voor het laatst in het nieuwe huis van Ibu dat al zover gevorderd is dat het zich al uitstekend leent voor een gezellig familiesamenzijn. Naast aanwezige broers en zussen van wie ik uiteraard allemaal naam en achtergrond ken, ontmoette ik ook veel schoonzussen, zwagers, neven en nichten en ik was blij dat ik mij ook van hen de naam, hun plaats in de familiestamboom en hun werk of studie voor de geest kon halen. Een mooi resultaat dat dankzij inmiddels zes (!) familiebezoeken tot stand is gekomen. Ik herinner me nog goed mijn verdriet en mijn telleurstelling te herinneren toen ik de Spoorloos uitzending (zie https://spoorloos.timdondorp.nl, wachtwoord: hunt4heru) voor de allereerste keer bekeek omdat de namen, verhalen en achtergronden van de meeste gezichten die ik zag mij onbekend waren. Het was de hoofdreden dat ik zo snel na de Spoorloos uitzending besloot terug te keren naar Indonesië om een paar weken op de kampong te verblijven om mijn familie te leren kennen. Wat een verschil met nu. Wederom mocht ik vandaag ervaren hoe hecht de band met mijn biologische familie inmiddels is geworden. Het besef dat ik inmiddels echt onderdeel uitmaak van deze familie maakt dat ik mij blij, vereerd en gewaardeerd voel. Omdat ik echter ook een gezin en familie in Nederland heb voel ik me tegelijkertijd schuldig, verward en in zekere zin ook éénzaam. Tijdens diverse bijeenkomsten van bijvoorbeeld stichting Stichting Mijn Roots maar ook bij sessies met adoptiecoaches waar veel geadopteerden uit Indonesië samenkomen/ aan deelnamen, heb ik namelijk wel eens getracht te polsen of ik de enige ben met deze tegenstrijdige gevoelens. Slechts enkele geadopteerden hebben aangegeven zich hierin enigszins te herkennen: de meesten die ik heb mogen leren kennen zijn met name (nog) volledig gefocust op het vinden van hun biologische ouders, al dan niet met hulp van een adoptiecoach op zoek naar handvatten om om te gaan met mislukte zoektochten of naar (wederzijds) erkenning, herkenning en begeleiding omtrent andere (bekende) problematieken bij adoptie. Mijn ervaring leert dat er nog weinig aandacht is voor identiteitsproblematieken die zouden kunnen ontstaan nadat een zoektocht naar biologische familie daadwerkelijk slaagt. Mochten er geadopteerden en/ of adoptiecoaches (Hartini Van Rijssel, Yudi Hoekstra en/ of Maarten van Zwieten van adoptiekern.nl wellicht) meelezen: ik zou graag eens willen weten of er wellicht (professionele) hulp beschikbaar is bij eventuele (identiteits)problematieken die ontstaan na of naar aanleiding van het vinden van biologische familie. Aan het einde van de ochtend had ik me teruggetrokken in mijn hotel. Terugdenkende aan de verkregen inzichten bij Revalidatie Friesland en aan gisteren besefte ik mij namelijk dat regematig rust en ontspanning nog altijd noodzakelijk waren, wilde ik het einde van de dag halen. Ik merkte op dat sociale activiteiten zoals familiebezoeken mij heel veel energie kostten. In Nederland is een bezoek van meer dan twee uur mij eigenlijk al te veel, maar hier in Indonesië is de top eigenlijk nog sneller bereikt. Met enige zorg keek ik dan ook op tegen morgen (zondag). Zoals gezegd is morgen een echte vrije dag. Op verzoek van mijn familie had ik voor morgen dan ook een auto gehuurd. Samen met zus Nurul, zus Ratna en haar man, zus Anik die we uit Demak zouden ophalen, zus Eny en haar man die we uit Semarang zouden ophalen, zouden we morgen namelijk een bezoek aan broer Aris Purnomo brengen. Purnomo woont in Boja en van de vorige keer (zie https://tim.dondorp.nl/boja/) wist ik dat we inclusief het ophalen en terugbrengen van genoemde familieleden minimaal drie uur heen en minimaal weer drie uur terug in de auto zouden zitten. De mogelijkheid om morgen tussendoor te rusten zal er ongetwijfeld niet zijn. Omdat ik reeds opgehaald zou worden om 6.00 uur ’s ochtends zou het morgen dus een lange dag worden en dat baatte me nu al zorgen. Gelukkig was het nog niet zo ver. Halverwege de middag besloot ik voldoende te hebben gerust. Ik wilde graag naar Luwus Mall in Purwodadi. Joanne en Ajanna hadden mij namelijk gevraagd een batiek jurkjes voor hen mee te nemen. Normaliter koopt Ilse altijd kleding voor de meiden, maar ja: Ilse is helaas niet hier in Indonesië. Blijkbaar had ik het de vorige keer (zie https://tim.dondorp.nl/purwodadi-mall-luwes-2/) niet eens zo slecht gedaan, want ‘mijn vrouwen’ hadden het volste vertrouwen in mij. Dat vertrouwen mocht ik uiteraard niet schaden. Ik stond dan ook op het punt een Grab-taxi naar Purwodadi te reserveren, toen ik van neef Nuris plotseling het bericht kreeg dat broer Ismanto onverwachts morgenochtend om 7.00 voor twee weken naar Jakarta zou vertrekken. Hier schrok ik wel van: dat zou namelijk betekenen dat ik Ismanto niet meer zou zien. Mijn plan naar Luwus Mall te gaan liet ik dan ook snel varen. In plaats daarvan sprong ik op mijn fiets om onaangekondigd deze avond nog afscheid van Ismanto te nemen. Omdat Ratna niet meer op de Kampong was, veronderstelde ik dat het afscheid van Ismanto wegens beperkte communicatiemogelijkheden maar kort zou zijn. Tot mijn grote vreugde bleek neef Nuris echter bij zijn moeder (zus Nuryati) in het huis van zijn tante (zus Arti, hopelijk is alles nog steeds te volgen) te blijven overnachten. Op verzoek van Ismanto kwam hij dan ook bij ons om te vertalen. Ismanto sprak zijn waardering uit dat ik op eigen initiatief bij hem langskwam om afscheid te nemen en hij gaf aan mij bijzonder dankbaar te zijn dat ik nu al zes keer de familie in Indonesië had bezocht. Ismanto maakte zich als hoofd van de familie zorgen over de band met de rest van de familie in Europa. Hij had net als Ratna graag meer contact gehad met Mark, Lin en Emelie, maar hij begreep dat dit wegens de taal lastig is. Ismanto heeft zelfs geprobeerd Engels te leren, maar na een aantal pogingen begreep hij dat dit voor hem te moeilijk was en is hij daarmee gestopt. Ismanto zei hierdoor wel te erkennen dat het voor mij dan weer lastig is Indonesisch te leren. In de periode voordat ik naar Indonesië ging, hebben Ismanto en ik echter steeds meer via WhatsApp gecommuniceerd. Ismanto typte dan in het Indonesisch en omdat ik een API heb ontwikkeld waarmee mijn Engelstalige antwoorden automatisch door Google Translator worden vertaald naar Bahasa ging dit verrassend vloeiend en vlot. Ismanto vertelde mij dat hij daar erg blij mee was, maar Nuris legde daarbij nog extra uit dat hij eigenlijk zijn waardering uitsprak dat ik de Javaanse traditie in ere had hersteld door de hoofdcommunicatie niet meer grotendeels alleen via Ratna (de jongste van het gezin en dus de ‘de laatste’) of zelfs via Nuris (de 2e generatie), maar via Ismanto (de oudste van het gezin en dus ‘de eerste’) te laten verlopen. Mijn antwoord op Isanto’s vraag hoe vaak ik in Zweden was geweest om Lin en Emelie te bezoeken (vijf keer) verbaasde hem zeer: ik was dus vaker in Indonesië dan in Zweden geweest? Ismanto was blij dat ik zoveel investeerde in familie en hij noemde mij zelfs de ‘Europese Ismanto’: zijn taak als familieverbinder kon hij in Europa niet waarmaken en hij vertelde mij dat hij in mij als familieoudste in Europa dan ook een belangrijke plaatsvervanger zag en dat hij dankte mij vervolgens dat ik daar ook naar handelde. Of dit inderdaad ook zo is weet ik niet, maar ik vertelde hem wel dat Ibu Maryati mij ooit gevraagd heeft de familie nooit te vergeten, ook niet als zij eenmaal gestorven was. Ik vertelde Ismanto mijn belofte daarop aan Ibu (zie https://tim.dondorp.nl/afscheid-van-de-familie-4/) en dat ik er alles aan zou doen om mij aan deze belofte te houden: zowel in Indonesië, als in Zweden, als in Nederland en indien mogelijk zelfs als in de dood. Hierna namen we geëmotioneerd afscheid van elkaar. Mij in stilte afvragend of het weer drie jaar zou duren wanneer wij elkaar zouden zien, fietste ik weemoedig weer terug naar mijn hotel. Tim Dondorp

Geplaatst door Godong Indonesie op Zondag 5 februari 2023