Weerzien familie (7)

Mijn overtuiging is dat het leven doorgaat, ook op een begraafplaats. Mocht daar nog enige twijfel over bestaan: een man die ik niet had zien aankomen was zo vriendelijk mij dat te bevestigen door luidkeels bij het graf van zijn moeder gezangen uit de Koraan te gaan zingen, ongetwijfeld met de kop richting Mekka. Even overwoog ik te protesteren door eveneens luidkeels het ganse repertoire van Huub Oosterhuis te gaan zingen maar ik besloot geen heilige oorlog te gaan ontketenen, de Islam te respecteren en de strijdbijl bij voorbaat te begraven. Tenslotte bevonden we ons op een begraafplaats, niet waar? Het leek mij beter weer op de fiets te stappen en door te fietsen naar Godong. Onderweg begon ik me steeds meer zorgen te maken. Hoe zou het met Ibu zijn en hoe zou de familie reageren op mijn onaangekondigde bezoek? Welke houding zou ik mij aannemen? Gelukkig loste dat laatste probleem zich vanzelf op. Ik was de Kampong nog niet op gefietst, of ik hoorde vanuit de verte Kakak Arti (de zus die nogal van de status is) apetrots over de Kampong schallen: ‘Tim, lihat. Saya punya mobil baru!’ (Kijk Tim, ik heb een nieuwe auto!). Waarop ik prompt van mijn fiets sprong en haar toe riep: ‘Kakak Arti, lihat. Saya punya sepeda baru!’ (kijk Arti, ik heb een nieuwe fiets). De toegesnelde Kampong bulderde van het lachen en zus Arti zelf gelukkig ook, waarmee ze m.i. toch ook bewees dat ze het één en ander in perspectief kan zien. Het weerzien met de familie was hartverwarmend. Er werd gelachen, er werd gehuild. De familie was dolblij mij te zien, maar over het algemeen heerste er verwarring en ook een beetje onbegrip. Mijn oudste broer Ismanto vroeg me waarom ik niet had verteld dat ik naar Godong zou komen. Dan hadden ze voor mij een slaapplek op de Kampong kunnen regelen en eten voor me kunnen voorbereiden. Hoe leg je uit dat dat ditmaal juist niet de bedoeling is? Dat je het de afgelopen keren heel fijn hebt gehad bij de familie, maar dat je nu toe bent aan de volgende fase in je zoektocht naar je eigen identiteit. Een identiteit welke onlosmakelijk verbonden is met de familie, maar zeker ook aspecten daarbuiten heeft. Dat het voor jou daarom noodzakelijk is je wereld te vergroten door het gebied waar je geboren bent en waar je een bestaan had opgebouwd als het anders was gelopen ook zonder de bescherming en de supervisie van je familie wilt beleven? Dat je eigenlijk niet in Indonesië bent voor de familie, maar voor jezelf? Ibu werd opgehaald. Helaas kan Ibu niet meer zelfstandig lopen en haar bewegingen zijn ongecontroleerd. Toen Ibu en ik voor elkaar stonden keek ze mij aanvankelijk afwezig aan. Maar naarmate we elkaar langer aankeken, herkende ik de blik van herkenning en waardering in haar ogen. Ze viel me huilend in de armen en Ibu is tot mijn vertrek niet meer van mijn zijde geweken. Ik schrok wel van Ibu haar gezondheid. Nu ben ik natuurlijk geen dokter, maar dat Ibu ziek is, dat is me wel duidelijk. Omschrijven wat er precies aan de hand is vind ik erg moeilijk, maar voor de mensen die de Spoorloos uitzending hebben gezien en zich Bapak Radjiman nog kunnen herinneren: Ibu’s gezondheid is vergelijkbaar met die van Bapak in die Spoorloos uitzending. In totaal ben ik zo’n drie uur bij de familie gebleven. Gelukkig kwam zus Ratna ook en omdat zij Engels spreekt hebben we veel kunnen bespreken. Aan het einde van de middag heb ik geprobeerd onjuiste verwachtingen te temperen door te stellen dat ik niet elke dag naar Godong zou gaan en wanneer ik wel zou gaan dat ik dat deze keer zou aankondigen. Daarna heb ik mijn leven weer in de waag gesteld door van Godong weer terug te fietsen naar Purwodadi. Op mijn nieuwe fiets… Tim Dondorp

Geplaatst door Godong Indonesie op Zondag 3 maart 2019