Thuis in Godong

Wat een vreemd gevoel om weer ‘thuis’ te zijn. Althans, zo voelde het wel een beetje toen ik de Terima Kost binnentrad. We hadden dezelfde kamer als waar ik de vorige keer zat. Mijn tweelingbroer Mark verbleef er anderhalve maand geleden ook. Blijkbaar was de kamer daarna niet weer verhuurd, want in ‘kamar kecil’ (kleine kamer, of te wel: wc) kwamen we zijn fles shampoo en nog twee sponzen van hem tegen. We twijfelden of de kamer überhaupt schoon was gemaakt, maar we moesten het er maar mee doen. Ik was even ‘vergeten’ dat ‘thuis’ douchen betekende dat je je in een krappe vieze toiletruimte je met een slang en koud water moest afspoelen. Op sanitair gebied dus een stapje terug wanneer je het vergelijkt met hotel Pandanaran, maar wanneer ik het vergelijk met het gat in de grond, de emmers water en het schepje waar Ibu het thuis mee moet doen, durf ik niets meer te zeggen. We hadden een slaaptentje voor Ajanna meegenomen en Joanne, Ilse en ik deelden het bed. De eerste nacht was zo goed te doen, behalve dan dat ik niet zo weg was van het entertainment dat we er gratis bijkregen. De buren waren tot een uur of drie erg luid (alsof er een feest was), om vier uur werd er door luidsprekers keihard opgeroepen tot het ochtendgebed waarna om 5.00 uur alle hanen in de Kampong luidkeels besloten te protesteren dat zij wel wakker waren gemaakt door de ‘muadhdhin’ (degene die oproept tot het gebed) maar niet welkom waren in de moskee. Dat het leven in Indonesië om 5.00 uur begint, zal niet toevallig zijn. Omdat ik toch nog een beetje last had van een jetlag besloot ik ook maar op te staan. Om een uur of acht werd de rest ook wakker. Zoals gezegd kent Indonesië geen tweede Kerstdag, wat betekende dat de familie aan het werk was. Wij besloten daarom de bus te pakken naar Purwodadi. Om bij het geld op mijn BNI rekening te kunnen moest ik sowieso naar een BNI kantoor, ik wilde graag ontbijten bij de CFC (niet te verwarren met de KFC) in Lewes mall en Ilse wilde graag kleren shoppen voor de meiden. Zoals eerder omschreven is het altijd spannend om de bus te pakken in Grobogan. Er zijn geen bushaltes. Als er een bus aankomt rijden steek je je hand op en mocht de bus stoppen, dan is het maar hopen dat je in de goede bus stapt. Ajanna vond het allemaal prachtig, net als de locals die ons de hele busreis openlijk aanstaarden en fotografeerden. Het went nooit… Mooi om te ervaren vind ik dat de familie er niet zo’n groot item meer van maakt dat ik er ben. Buiten de familie die op de Kampong woont heb ik nog geen andere broers en/ of zussen gezien en op zus Arti na (die is nog al claimend) laat de familie ons min of meer onze eigen gang gaan, alsof ze het inmiddels normaal vind dat ik er ben. Hoe anders was het de eerste keren dat ik de familie bezocht. ’s Middags nodigde Ibu ons uit bij haar te komen eten. We kregen rijst, vlees, zoete aardappel en groentesoep. Op de plek waar vroeger Ibu haar bed stond zag ik nu de fiets staan waar ik begin dit jaar zoveel mee gefietst heb. Beide banden waren lek. Omdat Mark mij dit verteld had, had ik een bandenlaksetje mee. Ik was van plan de banden te plakken en ook dit jaar een stukje te fietsen, maar helaas bleek de handfietspomp ook stuk te zijn. Hopelijk vind ik nog ergens een fietspomp en anders moet ik het maar laten. ’s Avonds was het gezellig druk. Joanne en Ajanna werden overal uitgenodigd om te spelen en op een gegeven moment kwamen alle buurtkinderen inclusief nieuwsgierige ouders bij ons ‘spelen’. Joanne, Ajanna en zelfs Ilse vonden alle aandacht prachtig maar ik vond het op een gegeven moment te druk. Daarom ben ik naar binnen gegaan om dit verslagje te typen alvorens we allemaal naar bed gaan. Morgen weer een nieuwe ontspannen dag! Tim Dondorp

Geplaatst door Godong Indonesie op Donderdag 26 december 2019