Een zeer geëmotioneerde Ratna achterlatend verlieten we nu toch echt Godong en begaven we ons richting Semarang. Ik had Amri gevraagd naar Kampung ‘Sawah Besar’ te rijden, de Kampong waar ik ben geboren. In verband met de Spoorloos uitzending was Derk Bolt er in 2016 al geweest (zie https://www.facebook.com/timdondorp/videos/1453429078012049) en naar aanleiding daarvan zijn Ilse, Joanne en ik er een jaar later ook geweest (zie https://tim.dondorp.nl/kampung-sawah-besar). Omdat mijn ouders en Ajanna er nu ook waren, wilde ik graag opnieuw ‘Sawah Besar’ bezoeken. Na een rit van een uur en drie kwartier kwamen we in Semarang aan. Omdat we er eerder waren geweest, kon ik Amri snel naar de kampong loodsen. Eénmaal in de kampong, kon ik het huis echter niet meer terugvinden. Daar was ik al een beetje bang voor. Thuis had ik digitaal (via Google Maps) al een paar keer door de kampong gelopen, maar ik kon mijn geboortehuis niet meer terugvinden. Toen Tia aan omstanders begon te vragen, hadden we het echter snel gevonden. Toen bleek ook waarom ik het huis niet meer herkende. Wegens enorme wateroverlast na een overstroming van een paar maanden geleden was het dak gaan lekken. De eigenaar van de woning had daarom de buitenmuren verhoogd en verlengd, daarop een compleet nieuw dak geplaatst en daarna het oude dak verwijderd. Hoe bijzonder was het dat ik Ibu Surip (zie foto) weer tegenkwam: de vrouw die Ibu destijds had geholpen toen ze beviel van Setiawan (Mark) en Setiono (mij) en ik destijds in 2017 ook al mocht ontmoeten. Ibu Surip begon helemaal te huilen toen ze mij zag en ze werd nog emotioneler toen ze ook Joanne en Ajanna zag. Omda ze nog niet wist dat Ibu en Bapak waren overleden lieten we haar de foto’s zien van hun graf (met nieuwe grafsteen). Ibu Surip nam ons mee naar binnen en liet ons het kamertje zien waar Mark en ik geboren waren. Stonden er in 2017 allemaal potjes en pannetjes, nu lag er (weer) één groot matras: bij wijze van spreken zou er zo weer een bevalling kunnen plaatsvinden. Na de ‘officiële’ fotomomenten die daarop volgden besloten we weer te gaan. Gezien de warmte waren Ajanna en Joanne reeds naar ons busje gevlucht. Amri had op verzoek de motor van het busje en daarmee, nog belangrijker, ook de airco laten draaien. Vanwege de hitte en alle indrukken verlangden we eigenlijk wel naar ons hotel. Zus Eni had echter met haar man Joko een huis gekocht in Darupono en ik had toegezegd dat we haar in haar nieuwe woning zouden komen bezoeken. Hoewel we dus best moe waren liet ik Amri toch naar Darupono, Puri Delta Asri 9 (Blok D3, nummer 15) rijden. Vanaf mijn geboortekampong een rit van een uur, maar de omgeving was werkelijk prachtig. Voor ons gevoel reden we dwars door de jungle naar Puri Delta Asri 9 (een complete nieuwbouwwijk die dus midden in de jungle uit de grond was gestampt). Het huis van Joko en Eni was een mooi nieuwbouwhuis, zeker vergeleken met de Indonesische maatstaven. Net als in de huizen van Ratna, Purnomo, Sutrisno en aanvankelijk dus ook in Ibu’s nieuwe huisje was er geen stoel, bank of tafel te vinden. Men is hier blijkbaar gewoon om op de grond te zitten, maar voor ons westerlingen die dit niet gewend waren zat het toch wat ongemakkelijk. Eni en Joko hebben beiden een dubbele baan om hun nieuwe huis van 9000 euro te kunnen (af)betalen. Eni heeft een kantoorbaan waar ze verantwoordelijk is voor de loonadministratie en daarnaast wordt ze als zelfstandige dangdut zangeres Anggrek (zie https://www.youtube.com/watch?v=o31FIzNZH2w) graag gehoord en gezien (!) op feestjes en partijtjes. Joko werkt als beveiliger bij een haven in Semarang en is daarnaast geluidstechnicus bij Eni haar optredens. Direct na het allerhartelijkste ontvangst mochten Joanne en Ajanna in de slaapkamer van Eni en Joko spelen: omdat daar een airco-unit hing was het daar namelijk lekker koel. Wij als volwassenen mochten dus op de grond in de woonkamer gaan zitten. Jammer was dat de warme lucht van de airco waar Joanne en Ajanna zoveel profijt van hadden, rechtstreeks bij ons de woonkamer werd ingeblazen. Ondanks de vele ventilatoren waarmee Eni en Joko de gevolgen van deze ontwerpfout probeerden te compenseren, was het zo heet dat het in de woonkamer eigenlijk niet meer gezond vertoeven was. Eni had speciaal voor ons eten gekookt. Naast het bekende familierecept nasi (witte rijst) met groentesoep en een beetje vlees, had ze ook erg haar best gedaan om voor ons ‘kolak pisang’ (een Indonesisch zoet dessert op basis van palmsuiker, kokosmelk, pandanusblad, Goela Djawa en banaan) te maken. Eni gaf daarbij eerlijk aan dat het de allereerste keer was dat ze dit had gemaakt. Tja, wat zou ik ervan zeggen…: wat kan ze zingen, hè… Omdat Ilse door de hitte (of was het door de kolak pisang) onwel dreigde te worden, kondigde ik na het eten snel aan dat we zouden vertrekken naar ons hotel Nomaden Urban Stay in Semarang. Bij het afscheid namen Eni en Joko mij apart om me zeer oprecht en emotioneel te bedanken voor het feit dat Asha (Eni’s zoon) dankzij mij naar school kon blijven gaan. Toen ik zei dat ze toch echt zelf het benodigde geld daarvoor bij elkaar hadden gespaard, begon Eni alleen nog maar harder te huilen. Daarop besloot ik het maar zo te laten. Na zo’n stevige omhelzing van Joko dat ik heel even bang was een beroep te moeten doen op mijn ziektekostenverzekering, was het laatste afscheid van de familie toch echt een feit… Tim Dondorp
Geplaatst door Godong Indonesie op Donderdag 2 mei 2024