Ngakan Arnawa, onze buurman en tevens eigenaar van Umah Bali Villa, verscheen ten tonele toen we het ontbijt bijna achter de kiezen hadden: of we al plannen hadden voor vandaag. Om eerlijk te zijn hadden we daar nog helemaal niet over nagedacht. Eigenlijk wilde ik wat rust nemen. De afgelopen dagen waren mij bepaald niet in de koude kleren gaan zitten en ik moet natuurlijk niet vergeten dat ik nog steeds niet (helemaal) van mijn PICS (Post IC Syndrome) en long-covid af ben. Zowel Ngakan Arnawa (vanwege de 50 euro die hij voor een dag chauffeuren vroeg) als Ilse en mijn ouders drongen er echter op aan om vandaag iets te ondernemen. Mijn vader was, mede vanuit zijn vakgebied, erg geïnteresseerd in tempels. Toen Ngakan Arnawa vertelde dat er op Bali zo’n dertigduizend tempels waren, gaf mijn vader aan ze allemaal te gaan bezoeken. Die zien we dus de rest van de vakantie en wellicht zelfs nog een flinke tijd daarna niet meer… Op zich zou ik één tempelbezoek nog wel overleven, maar ik vreesde dat dit niet voor Joanne, Ajanna en misschien zelfs ook niet voor Ilse zou gelden. Zij hadden nog zoveel last van de warmte dat ik mijn ouders vroeg of ze bij een eventuele volgende adoptie de kinderen alsjeblieft uit een wat kouder land (Siberië of zo) wilden halen. Anyway, uiteindelijk besloten we eerst gezamenlijk Abian Desa Rice Terrace, één van de vele rijstterrassen, te bekijken, waarna mijn ouders de Tirta Empul Holy Water Temple zouden bezoeken en wij de Manuaba Waterfall. Zo’n waterval brengt leuke plaatjes op (zie foto’s), maar om er te komen moesten we zo veel klimmen en klauteren in de brandende hitte, dat je mij totaal buiten adem daadwerkelijk kon opvegen toen we bij de verkoelende waterval aankwamen. Het duurde me anderhalf uur om dermate weer op adem te komen dat ik de lange weg om hoog weer kon hervatten. Met name om de kinderen tegemoet te komen (“Alweer rijst?”), bezochten we ’s avonds Warung Makan Beta Bali (hier kon je namelijk ook patat in plaats van rijst bestellen). Hoewel we Ngakan Arnawa vijftig euro hadden betaald om ons de hele dag te rijden, stelde hij dat Warung Makan Beta Bali zo dicht bij was (700 meter van Umah Bali Villa vandaan), dat we dat best konden lopen. Op zich is 700 meter inderdaad te lopen, maar al snel kwamen we er achter dat we deze 700 meter in het donker, met kinderen langs de zeer drukke en vol kuilen en gaten zittende Jalan Raya Kedewatan (de hoofdstraat van Payangan) moesten lopen: werkelijk LEVENSGEVAARLIJK!!! Je moet blijkbaar wat voor een lekkere maal overhebben. De kinderen vonden het eten (patat en gefrituurde kip) erg lekker. Wij volwassenen kozen voor traditioneel Indonesisch eten. Tja, wat zullen we ervan zeggen…: “Wat konden ze schoonmaken, hè…” Omdat lopen ons niet zo goed beviel, namen we een Gojek (Go-car) terug naar ons vakantiehuisje. Grab/ Gojek werkt in Ubud niet zo goed als dat we gewend zijn van Java. Na diverse annuleringen van chauffeurs die er toch geen zin in bleken te hebben, vonden we eindelijk een Gojek chauffeur die bereid was ons naar Umah Bali Villa te rijden. Na een veel te drukke dag en een veel te eh… ‘schone’ maaltijd viel ik uitgeput in slaap.
Geplaatst door Godong Indonesie op Zaterdag 4 mei 2024