Hotel21

Vanochtend werd ik badend in het zweet wakker van de hitte. Om één of andere reden was de airco vannacht uitgevallen: dik aftrekpunt voor het FrontOne hotel. Ik besloot er verdere geen punt van te maken: na een lekkere koude douche en een ‘kattige’ Nasi Goreng als ontbijt zou ik toch naar het 21Hotel en degene die na mij komt die redt zich wel (eigenlijk is het Hotel21, maar dat rijmde niet). Hotel21 was het duurste hotel in Purwodadi, maar ook dit hotel haalde het wat mij betreft niet bij het Gryad Grandmaster Hotel. Dat de prijs hoger was begreep ik deze keer echter wel: als enige hotel had dit hotel een minibar (klein koelkast), die zo koud stond ingesteld dat ik ook de koelkastdeur open had kunnen zetten ter compensatie van de kapotte airco. Het sanitair was erg goed, sterker nog: de toilet had een geïntegreerde sproeier met een keiharde ijskoude (dat wel natuurlijk) straal op je eh…. gat gericht, zodat je het hele zaakje kon schoonspuiten na een grote boodschap. Ook handig voor als je nog een beetje slaapdronken bent en je nog een beetje wakker moet worden, zo kwam ik de volgende ochtend achter. Het grote raam dat deze kamer rijk was bood een prachtig uitzicht op… de daken en muren van lelijke gebouwen die heel dicht bij stonden en de helft van de kamer was behangen met baksteenbehang. Tenslotte zag ik dat ik ook nu weer twee coupons had voor het ontbijt van morgenochtend. Rare jongens, die Javanen. Vanmiddag besloot ik weer naar Luwes Winkelcentrum te gaan. Ik had nu één jurkje voor Ajanna gekocht, maar als vader probeer je het natuurlijk goed te doen en dat betekende dat ik dan niet zonder jurkje voor Joanne thuis kon aankomen straks. Ik heb al eerder uit de doeken (nee, geen woordspeling deze keer) gedaan dat kleding kopen niet bepaald mijn grootste hobby is en na twee uren wanhopig graaien, snuffelen en piekeren had ik nog geen jurkje voor Joanne gevonden. Er waren wel jurkjes in haar maat, maar die waren echt gewoon heel lelijk. Wel vond ik een heel schattig jurkje voor Ajanna. Dat jurkje kon ik gewoon niet laten hangen. Stom natuurlijk, want hoe kan ik Joanne straks nog onder ogen komen? Gedwee liep ik van Luwes terug richting Hotel21 (ik had geen fiets meer) toen ik een ontzettend vervallen oud, onooglijk en bijna kartonnen Toko tegen het lijf liep. Nou ja, figuurlijk dan, want als ik er daadwerkelijk tegenaan was gelopen was het onherroepelijk ingestort. Er werd de mooiste batik-kleding verkocht. Batikken (betekent ‘veel puntjes’ in het Javaans) is een hele oude kunstvorm uit Java om een geweven stof met verf van een decoratie te voorzien. Sinds 2009 staat Batik vermeld op de Lijst van Meesterwerken van het Orale en Immateriële Erfgoed van de Mensheid. Het was een kwestie van ‘nu of nooit’, maar dat ik in het Engels geholpen zou worden dat kon ik natuurlijk wel vergeten: “Eh, anak perempuan saya tujuh tahun,” (mijn dochter is zeven jaar oud) probeerde ik dapper. Nu weet ik ook wel dat Joanne nog maar vijf is, maar ik had al wel gezien dat de kinderen in Indonesië veel kleiner waren dan bij ons. Joanne is twee jaar geleden naar een school geweest in Godong. Ze was daar toen de jongste, maar wel de grootste van de klas. De verkoopster begreep mijn vraag en bracht me naar een doos met batik-jurken. Ik heb er twee gekocht, dus nu durf ik bijna met een gerust hart thuis te komen. Voor Ilse moest ik namelijk nog een skipas kopen. Eigenlijk is het een kipas (waaier), maar zo onthoud ik het beter. Hopelijk slaag ik daar in als ik morgen in Semarang ben, want hier in Purwodadi heb ik erg geen gevonden. Teruggekomen ik het hotel, besloot ik mezelf te trakteren. Het was nu immers ‘bonteavond’ (mijn laatste avond in Purwodadi), dus ik besloot zitting te nemen in het restaurant om daar gezellig uit eten te gaan. Nou ja, gezellig: het was een enorm groot restaurant en waren verder geen andere gasten. Dat had mijn argwaan misschien moeten wekken. “Berapa banyak orang?” (met hoeveel personen bent u) vroeg de ober. “Anda bahasa Ingris?” (spreekt u ook Engels) probeerde ik nog. De ober schudde meewarig het hoofd. “Satu,” (één) antwoordde ik waarop de ober mij met zoveel medelijden aankeek dat ik er koud van werd. Met het eten was niets mis, maar ik had ongeveer drie happen genomen toen er een complete geluidsinstallatie en een beamer het restaurant binnen werd gereden. Blijkbaar was het tijd voor Karaoke. De ober deed het ‘even’ voor. VALS!!!!! En hoezo kon hij geen Engels: het waren allemaal Engelse liedjes. Ik wist niet hoe snel ik mijn eten naar binnen moest werken om daarna haastig naar mijn kamer boven te vluchten. De ober heeft verder de hele avond gekaraoked in een volstrekt leeg restaurant. Rare jongens die Javanen… Tim Dondorp

Geplaatst door Godong Indonesie op Maandag 11 maart 2019