Beleefdheidsnormen

1. Handdrukken zijn over het algemeen aanvaard, zowel bij mannen als bij vrouwen. Een slaphandje (altijd met de rechterhand waarna de rechterhand eventueel even op het eigen hart wordt gedrukt) volstaat. Stevige handdrukken worden als onbeleefd gezien. Voor mannen kan het verstandig een handdruk in te laten leiden door de vrouw, aangezien sommige moslim vrouwen geen handdruk geven aan mannen. 2. Gebruik altijd je rechterhand tijdens het eten of bij het geven en ontvangen van dingen. Het wordt beschouwd als onbeleefd om de linkerhand hiervoor te gebruiken. Geef nooit iets aan met de linkerhand, deze is onrein en wordt gebruikt op het toilet. Het is beleefd om met de linkerhand de elleboog van de rechterarm te ondersteunen. 3. Wijs niet met je (rechter) wijsvinger naar plaatsen, dingen of personen. Gebruik in plaats daarvan je rechter duim, met je andere vier vingers gesloten. 4. Ben je uitgenodigd voor het eten, wacht tot de gastheer/ -vrouw begonnen is met eten of jou uitnodigt met eten te beginnen. 5. Eet je bord niet (meer) leeg als je genoeg hebt gegeten. Een leeg bord betekent dat je nog ‘honger’ hebt en meer wilt. 6. Het hoofd is heilig. Raak nooit iemands hoofd zomaar aan. 7. Voeten zijn onrein. Zorg dat je niet met je voetzolen richting iemand of richting een heilige plaats wijst en doe schoeisels uit wanner je bij iemand binnen gaat. 8. Smakken en boeren (laten weten dat je het eten lekker vindt) mag. 9. Een wind laten in iemands bijzijn is onvergefelijk! 10. Aanspreeksvormen zijn gebruikelijk als je iemands naam niet weet. Aangezien familie centraal staat, zijn alle aanspreekvormen terug te voeren naar familierelaties (respectievelijk vrij vertaald: vader/ moeder, oom/ tante, broer/ zus en of broertje/ zusje): ‘(Ba)pak’ (m) en ‘(I)bu’ (v) voor belangrijke personen met een hogere status, bijvoorbeeld omdat ze ouder zijn of veel respect verdienen. ‘Om’ (m) en ‘Tante’ (v) voor een oudere persoon, waar respectvol mee om wordt gegaan maar wel met een zekere afstand omdat deze niet tot familie of ‘eigen volk’ behoort. ‘Mas’ (m) en ‘Mbah’ (v): een persoon met gelijke status. ‘Adik’ (m en v) voor een persoon met lagere status, die als ondergeschikte wordt behandeld en aan wordt gesproken. Zomaar ‘wat’ tien geboden die ik inmiddels door middel van opgedane ervaringen in Indonesië uit de mouw (de rechter uiteraard) kan schudden. Toen we vanochtend wakker werden, gingen we naar Pasar Godong (lokale traditionele lokale markt). Zoals eerder verteld heeft Arti daar een vaste stand en ik wilde haar graag bezoeken. Bij Arti’s stand aangekomen besloot Ilse direct punt 8 van bovenstaande lijst in praktijk te brengen. Nu valt Ilse al op vanwege haar gave blanke huidje, dus alle ogen waren al op haar gericht. Maar na de scheepstoeter die Ilse liet klinken, viel er een oorverdovende stilte van een paar seconden. Zelfs de vissen die in doodsangst aan het spartelen waren omdat ze levend in stukken zouden worden gesneden bij verkoop bleven even doodstil liggen. Van zus Nurul begrepen we later dat een BESCHEIDEN boertje is toegestaan bij het eten met vertrouwd gezelschap. Weten we dat ook weer. De echo van Ilse haar boer was nauwelijks verstomd of Joanne begon midden op de markt over te geven. Niet de boer van Ilse (die had Joanne wel vaker gehoord) maar de drukte en de geur van de markt maakten haar onwel. Bezorgd als ik was leidde ik Joanne en Ilse richting uitgang, maar zus Arti was nog kordater dan ik. Blijkbaar was ze achter haar stand vandaan gekropen want onderweg naar de uitgang haalde ze ons in om een gemotoriseerde becak rijder geld in de handen te drukken en te bevelen Ilse, Ajanna en Joanne naar huis te brengen (kaka Arti pay). Voor ik er erg in had waren vrouw en kinderen vertrokken naar de kampong. Ik besloot zelf ook snel verder te wandelen, want hoewel ik zus Arti dankbaar was, had ik niet zoveel zin om net als de vorige keer (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/1779339642084039) een aantal uren in haar stand tentoongesteld te worden. Na Arti uitvoerig bedankt te hebben, kocht ik op de markt een fietspomp om vrouw en kinderen met een Angkot busje (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/2788626537822006 voor een omschrijving) achterna te reizen. Ik vond ze in goede gezondheid weer terug in Terima Kost. Althans, daar ging ik maar vanuit want Joanne had al weer het hoogste woord als ik het zo hoorde bij de buren. We besloten het verder rustig aan te doen vandaag. Joanne en Ajanna vermaakten zich prima op de kampong door te spelen bij familie, vrienden en buren. Ilse ging onze kleren wassen en ik begaf me met de aangekochte fietspomp naar Ibu om de lekke banden van mijn fiets te plakken waarna ik ‘zomaar’ wat ben gaan fietsen om het straatbeeld van de omgeving in me op te nemen (zie https://www.facebook.com/hunt4heru/videos/1583106711838317). Wat vond ik het fijn om weer even rond te kunnen fietsen. Terwijl ik op de fiets zat, bedacht ik me dat ik voor een volgend bezoek aan Indonesië een motorrijbewijs zou willen halen om zo veilig Indonesië per motor te kunnen verkennen. Terug op de kampong bleek Arti ook thuis te zijn. Ze had haar toko Pasar Godong verlaten omdat ze bezorgd was over Joanne. Haar man Heri kreeg de opdracht haar te vervangen en wij werden uitgenodigd bij haar te komen eten. Aanvankelijk was ik daarvoor erg benauwd omdat het ik het eten van de familie meestal niet lekker vind en omdat het nogal negatieve gevolgen heeft voor mijn darmstelsel (gezien punt 9 van eerder genoemde lijst is dat niet wenselijk). Maar ditmaal was het eten heerlijk. We aten een soort zoete aardappelsoep en kip en rijst. Door de aardappelsoep deed ik een paar flinke scheuten sambal, waar de familie hartelijk en een beetje onbegrijpelijk om moesten lachten. Zoet en scherp, dat was in hun ogen een vreemde combinatie, maar ik vond het erg lekker. Zus Nurul was er ook en omdat zij een beetje Engels kon, ging de communicatie met de familie wat makkelijker. Dat maakte de middag erg gezellig. Aan het einde van de middag verscheen broer Aris Purnomo ineens op zijn motor. Hij wist dat ik in Godong was en hij wilde mij graag meenemen naar Klambu. Broer Aris Sutrisno woont in Klambu en hij had speciaal gevraagd of ik langs wilde komen omdat hij ziek zou zijn. Na overleg met Ilse besloot ik bij hem achterop de motor te stappen om Sutrisno te bezoeken. Dit heb ik geweten! Over het verkeer in Indonesië heb ik al veel verteld. Zo is het chaotisch en druk, maar over het algemeen wordt er gemiddeld 30 tot 40 kilometer per uur gereden. Purnomo niet. Die reed langs alles en iedereen met een snelheid tot wel 100 kilometer per uur. Daar zaten we met z’n tweeën in een t-shirtje, een korte broek zonder helm op de motor. “Als we nu onderuit gaan, dan wordt het niets meer met dat motorrijbewijs,” bedacht ik me nog. Het weerzien met Sutrisno was erg hartelijk, maar gezien het feit dat de beide Arissen geen Engels spraken en ik nog geen Indonesisch ook gecompliceerd. Purnomo probeerde mij constant wat duidelijk te maken via Google Translate, alleen maakte Google Translator er weinig van. Blijkbaar kon Purnomo niet goed spellen, maar toen ik op een gegeven moment alle onnodige leestekens verwijderde kwam Google met een suggestie (bedoelde je soms…) en toen ik deze bevestigde begreep ik wat hij bedoelde. Sutrisno was net ziek geweest. Purnomo had daarom 100.000 IDR gegeven en hij vroeg mij om hetzelfde te doen. Omdat het communiceren verder wat lastig was, had Sutrisno net als de vorige keer (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/1779339642084039) het schaakbord tevoorschijn gehaald. Om aan het verzoek van Purnomo te voldoen besloot ik niet zomaar geld te geven aan Sutrisno maar dit te koppelen aan het schaken. We hebben tot ’s avonds laat geschaakt en ik zorgde ervoor dat Sutrisno twee potjes meer won dan ik zodat ik hem 200.000 IDR kon geven. Dat wil heel wat zeggen, want als het om schaken gaat, ben ik over het algemeen niet zo ‘meegaand’ 😊 . Zodra ik het geld gegeven had, stond Purnomo op om mij weer naar huis te brengen. Daar aangekomen, maakte iedereen zich net gereed om te gaan slapen. Omdat ik nog niet moe was, heb ik dit verhaal getypt. Nu toch maar naar bed, want morgen verlaten we Godong om terug naar Semarang te gaan. Oant moarn! Tim Dondorp

Geplaatst door Godong Indonesie op Vrijdag 27 december 2019