Via één van de vele bijeenkomsten van Stichting Mijn Roots (een stichting die geadopteerden uit voornamelijk Indonesië helpt bij hun zoektocht naar biologische familie of andersom) heb ik Inge (Wanita Ibu Irawati) leren kennen. Een vrouw die net als bijvoorbeeld Sander Metz is geadopteerd vanuit Ambarawa, een plaatsje ongeveer 50 kilometer onder Semarang. Inge is enkele weken geleden ook naar haar geboortestreek afgereisd om zich daar onder de locals te begeven om te beleven hoe het leven daar is. Vandaag ging ze echter weer terug richting Nederland. Ze zou met de trein van Station Semarang Poncol naar Jakarta, waar ze na een paar dagen het vliegtuig zou pakken naar Nederland. Ik volgde Wanita al een tijdje op Facebook, vandaar dat ik op de hoogte was van haar plannen. Een paar dagen geleden had ik haar een bericht gestuurd met de vraag of het haar ook leuk leek om elkaar te ontmoeten. Hier had ze bevestigend op geantwoord: vandaag zou ik dus naar Semarang gaan. Drie jaar geleden had ik op Google gezocht naar het dichtst bij de familie zijnde treinstation. Dat bleek Stasiun Ngrombo te zijn. Een treinstation dat in de koloniale tijd door Nederland is gebouwd maar volgens Google al lange tijd niet meer in gebruik was. Althans, dat zei Google drie jaar geleden. Toen ik er vanochtend weer op Google, liet Google tot mijn verbazing aankomst- en vertrektijden zien van treinen. Dat zou toch niet? Ik besloot de gok te wagen: ik sprong op mijn fiets en begaf me richting Stasiun Ngrombo. Na een heerlijk ontspannen fietstocht (relatief was het dus rustig op de weg) kwam ik er aan. Het station bleek helemaal opnieuw opgebouwd te zijn en volledig operationeel. “Eh… Saya jalan ke Semarang Poncol”, hoorde ik mezelf stamelen bij het loket. De loketbeambte keek me wat vreemd aan. Zo gaat het altijd hier in Indonesië. Ik zie er natuurlijk uit als een echte Indonesiër waardoor ik niet opval, maar zodra ik mijn mond open doe, gaat het fout (dat is trouwens in Nederland ook vaak het geval, maar dat ter zijde). Blijkbaar werd ik toch begrepen. Ik moest me nog legitimeren, 45000 IDR (2,83 euro) betalen waarna ik een kaartje kreeg naar Stasiun Poncol Semarang, het treinstation waar Inge haar terugreis naar Nederland zou starten. Verheugd zag ik dat op het kaartje wagon- en stoelnummer stonden vermeld: ik was dus verzekerd van een eigen zitplaats. Helaas, fout gedacht! Ook hier in de trein weer Indonesische taferelen: mijn stoel begaf zich aan het gangpad. Ik zat aan de treinkant waar de banken breed genoeg waren voor twee-en-een-kwart orang-orang (mensen). Toch werden er voor deze banken drie kaartjes verkocht. Dat betekende dus dat, wanneer ik mijn linkerbil tegen de rechterbil van mijn buurvrouw plakte ik nog net een stukje bank kon meepakken, maar dat mijn rechterbil het zonder de geriefelijke ondersteuning van de overigens keiharde bank moest doen. Tot overmaat was de rechterbil van mijn buurvrouw erg warm en deze warmte werd uitgestraald naar mijn linkerbil maar mijn rechterbil had het heel koud omdat er een overijverige airco op stond gericht. Het was wat ongemakkelijk, maar ik troostte me met de gedachte dat de man die voor me zat het nog ongemakkelijker moest hebben dan ik (om geen mensen te beledigen laat ik de foto maar voor zich spreken)… Tim Dondorp
Geplaatst door Godong Indonesie op Donderdag 7 maart 2019