Aankomsttijd treinstation Surabaya Gubeng: 5.38 uur. Dat klinkt vroeg, maar zoals in eerdere posts al uitgelegd begint het leven in Indonesië reeds vanaf 5.00 uur pagi (in de ochtend) ‘ernstige’ vormen aan te nemen. De sfeer op station Surabaya Gubeng (zie onder andere https://www.facebook.com/hunt4heru/videos/1801139613237375/) was dan ook niet te vergelijken met die van Solo Balapan waar het omstreeks middernacht nog doodstil was. Ik moest drie en een half uur wachten op de volgende trein, maar ik kon de tijd prima doden. Precies om 9.00 uur vertrok de trein naar Banyuwangi. We zaten nog maar net in de trein of het personeel kwam ons sarapan (ontbijt) brengen. Nee geen bruine boterham met kaas natuurlijk, maar een doos met daarin een bolletje rijst, een vreemd exotisch sausje en iets dat op gemalen wortel leek. Blijkbaar maakte deze maaltijd onderdeel uit van het ‘eksikutif’ gebeuren. Ik had dan ook wederom geen spijt van mijn klasse keuze. Mijn buurvrouw wellicht wel, want bij het eten waren geen mes en vork maar twee stokjes meegeleverd. En dat gaf bij mij de nodigde problemen. Eerst was ik een beetje gepikeerd: ‘Hallo, zie ik er soms uit alsof ik met stokjes kan eten?’ maar u begrijpt dat ik mijn frustraties snel liet varen toen ik daar wat langer over nadacht. Eten met stokjes viel mij niet mee. Ik heb altijd bewondering gehad voor mensen die met stokjes kunnen eten. Na wat vruchteloze pogingen (logisch eigenlijk want ik had alleen maar rijst, groente en vlees gekregen) besloot ik op (s)link(s)e wijze blikken te werpen op mijn buurvrouw. Wellicht kon ik haar wijze van eten kopiëren, zij was immers ‘one of the locals’. Toen ik mijn buurvrouw een tijdje gade sloeg, vielen mij twee dingen op. Eén: de saus was helemaal niet bedoeld voor de rijst maar, voor de wortels die dienst moesten doen als een salade. Twee: Aziaten gebruiken de stokjes helemaal niet om te eten maar om te schuiven. Ze houden het bord zo dicht mogelijk bij de mond om daarna met een nauwelijks waarneembare beweging het eten de mond in te schuiven. Daar ging mijn bewondering voor de gemiddelde Aziaat want, zo dacht ik, zo kan ik het ook wel. Helaas: het ging gruwelijk mis. Mijn stokjes gleden me uit de handen en de sambal vloog door de lucht zoals ooit tijdens een avondeten bij mijn schoonouders in Nijhuizum de yoghurt van mijn zwager Allard de gordijnen invloog. Mijn buurvrouw gooide me een vernietigende blik retour om zich daarna boos terug te trekken in een Indonesisch boek. De titel kon ik niet zo snel vertalen, maar ik hoopte van harte dat het ‘Omgaan met toeristen voor Dummies’ was. Toen mijn blik van haar boek via haar kruis (sorry Ilse) naar haar pijpen (af)zakte, zag ik tot mijn grote schrik de sambal op haar broek zitten. Ik besloot mijn buurvrouw verder maar niet achter de broek aan te zitten, maar ik heb wel stiekem een fotootje gemaakt (zie foto). Toen we om 15.20 uur aankwamen wist ik niet hoe snel ik mijn bagage en de benen moest nemen naar Ketapang. Van daar zou de boot vertrekken naar Gilimanuk, de haven van Bali. Waktu boot lagi! Tim Dondorp
Geplaatst door Godong Indonesie op Zaterdag 15 juli 2017