Kampung Sawah besar

Elke ochtend om 4.30 uur luiden hier de Godongse kerklokken (‘zie’ https://clyp.it/fmgx5vwi) voor het ochtendgebed Fajr (‘فجر’ dageraad). Met de woorden ‘Haja ilal-salah’ (kom tot het gebed) wordt de Azan (أَذَان, oproep om tot het gebed te komen) ingeluid, waarna de Sjahada (الشهادة, getuigenis) wordt uitgesproken: أَشْـهَدُ أَنْ لا إِلـهَ إِلاّ الله ، وَأَشْـهَدُ أَنَّ مُحَمّـداً رَسـولُ الله (asjhadoe ʾan lā ʾilāha ʾillā-llāh, wa asjhadoe anna moeḥammadan rasōēloe-llāh: Ik getuig dat er geen godheid is dan alleen God en ik getuig dat Mohammed de gezant van God is). Half vijf is natuurlijk belachelijk vroeg voor Westerse begrippen, maar zoals eerder gezegd begint het leven in Indonesië vanaf jam lima (vijf uur) reeds ‘serieuze’ vormen aan te nemen. Hoe handig is het dan om voor die tijd al te beginnen aan twee van de أركان الإسلام (arkān-al-Islām: vijf zuilen van de Islam). Zoals gezegd draaiden wij ons om half vijf ’s ochtends nog even om, maar Ilse en Joanne zijn wel bij het vierde gebed van de dag (elke dag heeft vijf gebeden) geweest: Magrib (مغرب, plaats van ondergang van de zon). Tijdens Ramadan (vaste maand) mag er tussen Magrib en Fajr gegeten en gedronken worden. Vaak word ik wakker na Azan, al was het alleen maar omdat de meeste hanen in de buurt tevergeefs trachten elkaar en de Muezzin (مؤذن, muadhdhin: degene die oproept tot gebed) te overtreffen. Hierna heb ik nogal moeite om weer in slaap te vallen en zeker deze ochtend. Vandaag is namelijk de dag dat we afscheid zullen moeten nemen van de familie. Terwijl ik dit verslag aan het typen ben, wordt Joanne wakker terwijl ze zachtjes vijfmaal de naam van Ibu (Maryati) fluistert. Hoewel dit bijzonder en mooi is, zorgt dit er wel voor dat ik weemoedig begin met het inpakken van mijn koffers. Om 11.00 uur zijn alle koffers (in)gepakt en zijn we er klaar voor om kampong (dorp) Mantren, RT 18 RW 3 (distrik – district Purwodadi, kecamatan – subdistrict: Godong, kabupaten – regentschap: Grobogan, negri – land: Indonesië) achter ons te laten. We besluiten eerst nog naar ‘Rumah Ibu din Bapak’ te gaan om foto’s van hen, van ons en van elkaar te maken. De foto’s zijn erg mooi geworden: we zullen ze altijd blijven koesteren. Anderhalf uur later namen we echt afscheid van de familie. Het was een emotioneel afscheid. Bij het afscheid zijn er foto’s gemaakt, maar omdat vrijwel niemand hier ‘op zijn of haar voordeligst’ opstaat, hebben we besloten deze maar niet hier te posten. Omdat we gaan proberen volgend jaar familieleden naar Europa te halen in plaats van zelf Indonesië te bezoeken (hierover later meer), ben ik me er sterk van bewust dat het zomaar de laatste keer zou kunnen zijn dat we Ibu en/ of Bapak zien. In de auto onderweg naar Semarang worstelde ik met een zo mogelijk nog grotere identiteitscrisis dan vorig jaar en Joanne was helemaal in tranen, constant vragend wanneer we weer naar Indonesië zouden gaan. Onder het mom van ‘nu we er toch zijn’ wilde ik heel graag naar mijn geboorteplaats kampung Sawah besar, vroeger Samberejo genaamd (desa: Tambak Dalem, kabupaten: Semarang Genuk, negeri Indonesië). Nuris bracht ons er naar toe. Zijn moeder, kakak Nuryati, ging met ons mee en kakak Ismanto die in Semarang werkt voegde zich na zijn werk ook bij ons. Hoe bijzonder was het om door de kampong te lopen (zie video) waar ik geboren ben en zelfs de kamer (nu onderdeel van een groter huis, maar destijds op zichzelf staand) te mogen zien waar ik geboren ben. Ik vond het ongelofelijk dat enkel deze kamer aan Ibu, Bapak, Ismanto, Nuryati, Arti, Rina, Aris Sutrisno, Aris Sulistyo, Aris Purnomo (ook hier geboren) Mark en mij plaats moest bieden. Er bekroop me een apart gevoel dat niet te beschrijven is. In haar zoektocht vorig jaar heeft Spoorloos deze kampong ook bezocht waardoor mijn verhaal hier bekend is geworden. Mijn bezoek zorgde dan ook voor veel bekijks. Wat was het leuk om te zien dat kakak Ismanto en kakak Nuryati (die hier tien jaar geleden voor het laatst was geweest) nog altijd de mensen kenden. Twee vrouwen (zie foto) vielen mij huilend in de armen, dit bleken vrouwen te zijn die Ibu hadden geholpen tijdens de bevalling van Mark en mij. Vol enthousiasme vertelden ze mij dat Mark en ik één placenta deelde (logisch voor een eeneiige tweeling en waar ze deze hadden geloosd (zie foto). Zij hadden ons ook verzorgd de eerste uren na de bevalling, omdat Ibu na de bevalling een behoorlijke tijd bewusteloos geweest schijnt te zijn. Moe en vol van allemaal nieuwe emoties waarvan ik het bestaan niet kon vermoeden nam ik afscheid van mijn geboorteplek en haar mensen. Hoewel we met de auto waren aangekomen, vond ik het zonde om met de auto weer te vertrekken. Omdat ik even alleen wilde zijn besloot ik lopend de kampong weer te verlaten. Even iedereen achter me latend. Althans, dat was de bedoeling. De halve kampong liep echter achter me aan om me uit te geleiden. Bij de ingang (in mijn geval dus de uitgang) van de kampong, haalde Ismanto mij op zijn scooter weer in. Hoewel hij zijn helm op hield, zag ik de tranen in zijn ogen toen ook hij afscheid van me nam en zich weer op weg begaf naar Godong. Hier scheiden echt onze wegen weer en hoewel we nog wel in Indonesië zouden blijven, werd ik me weer bewust van het contrast tussen het leven van mij en dat van de familie. Hoewel dit bezoek vast geen goed zal doen aan mijn identiteitscrisis ben ik ontzettend blij dat ik dit gedaan heb en wat is het met name voor de vrouwen die zo betrokken zijn geweest bij onze geboorte toch jammer dat Mark en ik niet samen onze geboorte kampong hebben bezocht. Keluarga yang terhormat, Terima kasih atas keramahan Anda, atas cintamu, atas kepedulianmu dan bahkan atas untuk semua masalahmu. Kami begitu dekat dan juga begitu jauh dari satu sama lain. Tapi di hatiku aku akan selalu bersama kalian semua. Dengan segenap cintaku, Heri Setyono

Geplaatst door Godong Indonesie op Vrijdag 4 augustus 2017