23 november 2021, Tim vertelt

Met een schok kwam ik weer bij. Geen enkel geluid dringt tot mij door. Absolute stilte. Wat is er gebeurd? Lig ik nog wel in het bos? De mieren zijn weg. Langzaam probeer ik mijn ogen te openen, maar dat gaat tot mijn verbazing heel moeilijk: wat zijn mijn oogleden zwaar, het lijkt wel of ze zijn vastgeplakt. Uiteindelijk lukt het me toch om mijn ogen te openen. Niet dat dat enig verschil maakt: zo aardedonker blijkt het te zijn. Ik zie niets en ik hoor niets. Vertwijfeld knijp ik in mijn hand. Tot mijn afgrijzen voel ik ook niets! Zou dat betekenen dat ik droom, of ben ik nu ‘gewoon’ dood? Is dit wat ‘dood zijn’ inhoudt? Voor mijn gevoel gaan er uren voorbij zonder dat ik ook maar iets hoor, zie of voel. Lichamelijk dan, want de onzekerheid maakt me bang. In eens zie ik een heel klein lichtpuntje heel ver weg. “Dus toch,” denk ik: uiteraard kende ik de verhalen van het licht aan het eind van de donkere tunnel. Ik weet het zeker: als ik een einde aan deze stilte, deze onzekerheid wil maken dan moet ik nu opstaan en me begeven naar dat licht. Wil ik dat wel? Ik wil er geen eind aan maken, ik wil nog helemaal niet dood. Daarom besluit ik ‘gewoon’ te blijven liggen en het licht te negeren. Maar op het moment dat ik de keuze maak te blijven liggen, lijkt het licht groter te worden. Angstig besef ik me dat het licht naar mij toekomt. Langzaam, dat wel, maar zeer gestaag. Het licht wordt nog groter. Het is nu zo groot dat ik precies in het midden van het licht een schim herken… …Het is mijn moeder die een jaar geleden is overleden en voor wie ik de uitvaartdienst heb mogen verzorgen (zie https://www.facebook.com/watch/?v=429689511448983). Ze steekt haar arm naar me uit en ik hoor haar zeggen: “Je weet wat ik van je verlang Tim. Ik smeek je, laat mij eindelijk toe en alles is vergeven en vergeten!” Ten einde raad sluit ik mijn ogen. Mijn moeder verdwijnt, maar het licht wordt feller en feller totdat het dwars door mijn oogleden schijnt. Er is geen ontkomen aan. Hoewel ik weet dat het dan voorbij zal zijn, moet ik mijn ogen wel open doen: als ik dan dood ga, dan wil ik het letterlijk ‘onder ogen zien’. Wanneer ik mijn ogen open doe, schrik ik. Ik zie mijzelf liggen in een ziekenhuisbed en het lijkt wel of ik stik: ik hoor nog steeds niks, maar ik zie mijzelf heftig hoesten. Wanneer ik opzij kijk naar een grote glazen wand die deze ruimte scheidt met die van hiernaast zie ik twee verpleegsters heel hard aankomen rennen. Wanneer de deur wordt opengegooid blijken het geen verpleegsters te zijn. Het is mijn Indonesische familie die binnen komt lopen. Wanneer ik weer een blik op mijzelf werp, zie ik dat ik dood in bed lig en ineens herken ik het ziekenhuis. Het is het Rumah Sakit (ziekenhuis) RS Panti Rahayu in Purwodai. Hetzelfde ziekenhuis waarnaar ik me op 11 juli 2017 gespoed had om afscheid te nemen van mijn vader (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/1796717343679602 en https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/1799398960078107). Ik zie hoe mijn moeder me huilend op mijn voorhoofd kust en hoe de rest van de familie, dezelfde gebeden prevelend als destijds bij mijn vader, eveneens huilend afscheid neemt. Via de achterbak van zus Arti’s ‘punya mobil baru’ (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/2784397618244898 en https://www.facebook.com/…/pcb.36335392299…/3633613666656618) word ik vervoerd naar de begraafplaats, waar uiteindelijk ook mijn vader is begraven (zie https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/2784397618244898, https://www.facebook.com/1228636020487740/posts/2783371668347493 en https://www.facebook.com/…/pcb.3633539229…/3633538709997447/). De familie zoekt zorgvuldig een plekje uit, vlak naast het graf van mijn vader. Op het moment dat de eerste schep de grond in gaat, besluit ik dat het goed is zo: geëmotioneerd sluit ik mijn ogen, ik heb genoeg gezien…

Geplaatst door TimopicSneek op Maandag 27 december 2021